Onlangs blokten ALLE Belgische kranten dat een verdachte van moord vrijgelaten werd door een gerechtelijke blunder.
Het was immers zo dat de verdachte in kwestie niet tijdig voorgeleid werd voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling na het instellen van beroep tegen een beslissing van de Raadkamer om zijn voorlopige hechtenis te verlengen.
De vrijheidsberoving is een zeer ingrijpende maatregel waarmee een verdachte in een strafzaak geconfronteerd kan worden.
Gelet hierop is de voorlopige hechtenis onderworpen aan een aantal zeer strike voorwaarden.
SOORTEN VRIJHEIDSBEROVING
Er zijn verschillende soorten vrijheidsberovingen in het strafrecht voorzien.
Het gaat meer bepaald om:
* De vrijheidsberoving op grond van een medebrengingsbevel:
Dit is een bevel uitgevaardigd door een onderzoeksrechter met het oog op de ondervraging van een verdachte of getuige die niet vrijwillig wenst te verschijnen. Het mede- brengingsbevel heeft een maximale duur van 24 uur.
* De bestuurlijke aanhouding:
Ambtenaren van bestuurlijke politie mogen onder zeer strike voorwaarden en bij volstrekte noodzaak overgaan tot een bestuurlijke vrijheidsberoving die niet langer mag duren dan strikt noodzakelijk en geen geval 12 uur te boven mag gaan.
* De vrijheidsberoving in het kader van een fouillering:
Een bestuurlijke foullering mag maximaal één uur bedragen, een gerechtelijke fouillering maximaal zes uur.
* De vrijheidsberoving op grond van het aanhoudingsbevel:
Dit betreft de aanhouding van een verdachte door een onderzoeksrechter met het oog op een langere vrijheidsberoving noodzakelijk voor het voeren van het strafonderzoek.
* De arrestatie:
Dit betreft een vorm van vrijheidsberoving die de uitvaardiging van een eventueel aanhoudingsbevel voorafgaat. De arrestatie mag maximaal 24 uur duren en kan slechts verlengd worden d.m.v. het uitvaardigen van een aanhoudingsbevel door de bevoegde onderzoeksrechter. Binnen de termijn van 24 uur voorzien voor de arrestatie kan de onderzoeksrechter beslissen de betrokkene aan te houden voor een langere termijn.
Indien deze termijn niet gerespecteerd wordt dient de verdachte in ieder geval vrijuit te gaan.
* De Raadkamer en Kamer van Inbeschuldigingstelling:
Eens een verdachte onder aanhoudingmandaat is gebracht door de onderzoeksrechter, dient deze binnen de 5 kalenderdagen te verschijnen voor de Raadkamer die de aanhouding kan verlengen voor een periode van één maand.
Voor zover de Raadkamer zou beslissen om de voorlopige hechtenis te verlengen, kan de verdachte hiertegen beroep aantekenen.
In dat geval dient de verdachte binnen de 15 dagen te verschijnen voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling.
Indien één van deze termijnen niet gerespecteerd wordt, heeft dit noodzakelijk het gevolg dat de verdachte dient vrijgelaten worden.
Uiteraard heeft een beslissing op het vlak van de voorlopige hechtenis, geen enkel gevolg voor het verdere verloop van het strafonderzoek.
De verdachte zal zich immers nog steeds dienen te verantwoorden voor de correctionele kamer zo dit gevorderd wordt door de bevoegde instanties.
Deze verschillende regels hebben tot doel om willekeur tegen te gaan wanneer iemand van zijn vrijheid wordt beroofd.
Indien U als verdachte wordt aangehouden, is het dan ook van het grootste belang dat deze termijnen door U en door uw advocaat strikt in het oog worden gehouden.