Nieuwe regeling
In een vorige blog hebben wij reeds de nieuwe regeling uitgelegd.
Deze regeling gold tot vandaag voor straffen tot maximum twee jaar.
De wijzigingen
Informatieverplichting van de directeur
De directeur van de gevangenis moet de veroordeelde bij de aanvang van zijn strafuitvoering of binnen een tijdspanne van minder dan vier maanden uitdrukkelijk informeren over de mogelijkheid om een strafuitvoeringsmodaliteit aan te vragen.
Strafuitvoeringsmodaliteit vanuit vrijheid
Veroordeelden met straffen tot en met 18 maanden vallen onmiddellijk onder de tijdsvoorwaarden voor “beperkte detentie” en “elektronisch toezicht”. Daar horen ook de veroordeelden bij van wie na berekening van de reeds ondergane voorlopige hechtenis en de datum van de voorwaardelijke invrijheidstelling, blijkt dat ze onmiddellijk in aanmerking komen voor elektronisch toezicht of beperkte detentie.
De bedoeling van voorliggend wetsontwerp is dus de intentie van de wetgever in 2019 om de aanvraag van een strafuitvoeringsmodaliteit vanuit vrijheid te voorzien, in de praktijk te brengen.
Het opstellen van een plan in meerdere stappen was daarvoor noodzakelijk:
- Tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf door het openbaar ministerie: het gevangenisbriefje wordt via de politiediensten aan de veroordeelde overhandigd
- Inschrijving in de gevangenis: binnen de vijf dagen
- Onmiddellijke neerlegging van een schriftelijk verzoek elektronisch toezicht/beperkte detentie: met opschorting van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf en opschorting van de verjaring van de straf
- Zelfaanbod: de veroordeelden die spontaan gevolg hebben gegeven aan het gevangenisbriefje
- Adviezen: facultatief door de directeur van de gevangenis en/of het openbaar ministerie (met opgelegde termijn voorzien in artikel 33§1 wet 2006) of verzoek aan de bevoegde diensten van de Gemeenschappen om een beknopt voorlichtingsrapport of maatschappelijke enquête uit te voeren
- Responsabilisering van de veroordeelde/samenstellen dossier: informatie over zijn persoonlijke situatie, neer te leggen op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank binnen 15 dagen (eventuele tegenaanwijzingen voorzien in artikel 28 wet van 2006)
- Uitsluiting seksuele misdrijven en terroristische misdrijven: noodzakelijk gespecialiseerd advies
- Bevel tot opsluiting door het openbaar ministerie tijdens de periode van opschorting van de tenuitvoerlegging van de straf: als een veroordeelde een ernstig gevaar vormt voor de fysieke of psychische integriteit van derden tijdens de opschorting van de strafuitvoering en effectieve vrijheidsbeneming
- Beslissing strafuitvoeringsrechter: binnen de maand
Deze regeling gold reeds voor straffen tussen twee en drie jaar.
Vanaf 1 september 2023 zal deze regeling ook gelden voor korte gevangenisstraffen van minder dan twee jaar!
Voor zover u als veroordeelde een gevangenisbriefje ontvangt is het van groot belang dat u advies inwint bij een advocaat strafrecht.
Heeft u vragen over dit artikel? Contacteer Peterfreund & Associates uw advocaat in Antwerpen!