De Belgische wetgever is thans bezig met wetgevend werk met de bedoeling om een nieuw burgerlijk wetboek samen te stellen.
Een eerste reeks van teksten heeft betrekking op de regels inzake het bewijs.
Thans zijn de bewijsregels terug te vinden in de artikelen 1315 e.v. B.W.
Eén van de belangrijkste artikels is artikel 1341 B.W.
Dit artikel luidt thans als volgt:
“Een akte voor een notaris of een onderhandse akte moet worden opgemaakt van alle zaken die de som of de waarde van (EUR 375,00) te boven gaan, zelfs betreffende vrijwillige bewaargevingen; het bewijs door getuigen wordt niet toegelaten tegen en boven de inhoud van de akten, en evenmin omtrent hetgeen men zou beweren voor, tijdens of sinds het opmaken te zijn gezegd, al betreft het ook een som of een waarde van minder dan (EUR 375,00).”
Dit artikel houdt in dat in het kader van een geschil tussen particulieren, in principe een schriftelijk bewijs nodig is van elke overeenkomst voor een bedrag boven de EUR 375,00.
Indien een dergelijk geschrift niet voorhanden is, en een partij de overeenkomst betwist, zal de rechter het bewijs door getuigen niet kunnen toestaan.
NIEUWE WETTELIJKE REGELING:
Dit artikel werd als te streng aanzien door de huidige wetgever.
Daarom zal in het nieuw burgerlijk wetboek het bedrag van EUR 375,00 opgetrokken worden tot EUR 3.500,00.
Dit zal dan ook tot gevolg hebben dat overeenkomsten die betrekking hebben op een bedrag tot EUR 3.500,00 niet meer hoofdzakelijker wijze door een geschrift zullen bewezen moeten worden.
Dit bedrag zou in de toekomst eventueel nog aangepast worden bij een ministerraad overlegd Koninklijk Besluit.
Wanneer er een geschrift voorhanden is, blijft de regel van toepassing dat geen bewijs door getuigen of vermoedens tegen en boven de inhoud van het geschreven bewijs mogelijk zal zijn.
BEOORDELING VAN NIEUWE REGEL:
Het is nog maar de vraag of deze nieuwe regel wel wenselijk is.
Immers zal dit er vaak toe leiden dat er eindeloze discussies zullen gevoerd worden voor de rechtbank wanneer er geen bewijs voorhanden is van een overeenkomst tot een bedrag van EUR 3.500,00.
Daar waar de rechter tot op heden de vordering gewoon kon afwijzen voor zover er geen geschrift voorhanden was vanaf een bedrag van EUR 375,00 zal dit niet meer mogelijk zijn.
Dit betekent dat de rechter het getuigenbewijs of het bewijs door vermoedens zal moeten toelaten voor overeenkomsten tot een bedrag van EUR 3.500,00.
Gelet op deze mogelijke discussies voor de rechtbank, is het van belang U te laten bijstaan door een specialist terzake.
Heeft U vragen over bewijsrecht of overeenkomstenrecht? Dan kunt u contact met ons opnemen Peterfreund & Associates, uw advocatenbureau te Antwerpen!