Samenloop verzet en hoger beroep in strafzaken:
In recente wetgeving werd de regeling inzake het hoger beroep en het verzet in strafzaken aangepast.
In het verleden kon elke beklaagde die bij verstek veroordeeld werd, binnen de wettelijke termijn, altijd verzet aantekenen tegen de veroordeling.
De reden van de afwezigheid van de beklaagde op de zitting was volstrekt irrelevant.
Dit gaf echter aanleiding tot zeer vele verzetten.
Om hieraan tegemoet te komen, heeft de wetgeving de regeling aangepast.
Thans dient een beklaagde die verzet wil aantekenen tegen een verstekvonnis in strafzaken niet enkel het verzet aan te tekenen binnen de wettelijke termijn, doch dient de beklaagde ook te motiveren waarom hij niet aanwezig was op de oorspronkelijke zitting.
Slechts indien er sprake is van overmacht in zijn hoofde zal de rechtbank het verzet behandelen.
Als dit niet het geval is zal het verzet “ongedaan” worden gemaakt.
Verzet of hoger beroep in strafzaken?
Gelet op deze nieuwe regeling, wordt er vaak getwijfeld of het wel zin heeft om verzet aan te tekenen en wordt er soms voor gekozen om zowel verzet als hoger beroep aan te tekenen.
In een recent arrest heeft het Hof van Beroep van Bergen geoordeeld dat wanneer er tegelijk verzet en hoger beroep wordt aangetekend en het verzet ongedaan wordt verklaard door de oorspronkelijke rechtbank, het hoger beroep onontvankelijk is.
De feiten die aan de grondslag lagen van dit arrest waren de volgende:
* Op 20 juni 2016 had de correctionele rechtbank de beklaagde bij verstek veroordeeld. Op 30 juni heeft de beklaagde vanuit de gevangenis verzet aangetekend tegen het vonnis.
Op 1 juli werd er echter ook beroep aangetekend tegen het vonnis in kwestie.
Op 7 juli 2016 oordeelde de rechtbank van Eerste Aanleg dat het verzet ongedaan gemaakt diende te worden nu er geen sprake was van overmacht of enige rechtvaardigingsgrond in hoofde van de beklaagde.
Het Hof van Beroep oordeelde dat gelet op het verzet ingesteld op 30 juni 2016, de oorspronkelijke beslissing als ongeschreven diende beschouwd te worden, zodat het hoger beroep zonder voorwerp was geworden.
In een arrest van 25 januari 2017 heeft het Hof van Cassatie het Hof van Beroep te Bergen teruggefloten.
Het Hof van Cassatie stelt dat wanneer er tegelijk verzet en hoger beroep wordt aangetekend en het verzet uiteindelijk ongedaan wordt gemaakt, dit niet betekent dat het hoger beroep zonder voorwerp wordt wanneer het verzet ongedaan wordt gemaakt.
Gelet op deze rechtspraak van het Hof van Cassatie lopen partijen dan ook geen risico wanneer in geval van veroordeling bij verstek in strafzaken zowel verzet als hoger beroep aangetekend wordt.
Heeft U vragen over strafrecht? Meester Peterfreund helpt u als ervaren advocaat uit Antwerpen graag verder.