Skip to content
appartementsmede-eigendomsrecht

Wat is mede-eigendomsrecht?

advocaat mede eigendomsrechtIn het eigendomsrecht is het mede-eigendomsrecht een bijzonder onderdeel.

Mede eigendomsrecht kan omschreven worden als het geheel van regels die de verhoudingen regelt tussen de verschillende eigenaars van eenzelfde “onroerend” goed.

Hierna zal vooral aandacht besteed worden aan het zogenaamde mens mede-eigendomrecht.

Mede-eigendomsrecht is zeer technisch van aard.

Het is dan ook van het grootste belang om U om tijd te laten bijstaan door een advocaat mede-eigendomsrecht.

 

Startpunt van mede-eigendom:

Er zijn verschillende mogelijkheden voor het ontstaan van mede-eigendom.

Meestal wordt mede-eigendom onderverdeeld in twee categorieën, met name de vrijwillige en de gedwongen mede-eigendom.

De vrijwillige mede-eigendom is de situatie waarbij verschillende personen er vrijwillig voor kiezen om samen mede-eigenaar te worden van één “onroerend” goed.

Ik kan hierbij denken aan twee vennoten die beslissen om samen een aantal voertuigen aan te kopen met de bedoeling om deze te verhuren.

Een ander type voorbeeld is waarbij een koppel, al dan niet getrouwd, beslist om samen een woning aan te schaffen.

In deze gevallen spreekt men dus van vrijwillige mede-eigendom.

Gedwongen mede-eigendom is de situatie waarbij partijen buiten hun wil om in een situatie terecht komen waarbij zij samen met anderen eigenaar worden van één of meerdere goederen.

Het voorbeeld bij uitstek is de situatie waarbij verschillende erfgenamen van een persoon na diens overlijden samen eigendom worden van de goederen van de overledene.

 

Einde van mede-eigendom:

Het verschil tussen beide soorten van mede-eigendom is vooral van belang voor de beëindiging van de mede-eigendom.

Immers spreekt het voor zich dat in vele gevallen wanneer partijen samen eigenaar zijn van een goed, dit tot discussie zou leiden.

Ook de beëindiging van een relatie zal bij een koppel vaak leiden tot discussies over de gezamenlijke goederen.

In deze gevallen moet het mede-eigendomsrecht dan ook beëindigd worden.

Het belangrijkste wetsartikel inzake mede-eigendom was artikel 815 Oud B.W.

Dit artikel stelde dat niemand verplicht is om in onverdeeldheid te blijven.

Dit betekent dat elke mede-eigenaar aan de rechter kan vragen om uit onverdeeldheid te treden dit voor zover er sprake is van gedwongen mede-eigendom.

Immers heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat artikel 815 enkel betrekking heeft op de situaties van gedwongen mede-eigendom en niet op deze van vrijwillige mede-eigendom.

Dat één en ander vaak leidde tot verhitte discussies voor de rechtbanken in situaties van vrijwillige onverdeeldheid of vrijwillige mede-eigendom.

Gelukkig stellen de rechtbanken zich vaak meewerkend op.

Wel werd voor de beëindiging van de vrijwillige onverdeeldheid door de rechtbank meestal geëist dat de reden voor het ontstaan van de vrijwillige mede-eigendom ondertussen verdwenen is om partijen toe te laten uit onverdeeldheid te treden.

De beëindiging van de situatie van een vrijwillige mede-eigendom was dan ook vaak bijzonder ingewikkeld en leidt tot pittige discussies.

In tegenstelling tot wat het geval was in het oud Burgerlijk Wetboek wordt in het nieuw Burgerlijk Wetboek een uitdrukkelijk artikel voorzien over de beëindiging van vrijwillige mede-eigendom.

Artikel 3.77 van het nieuw Burgerlijk Wetboek luidt als volgt:

“Een vrijwillige mede-eigendom voor bepaalde duur is slechts aan derden tegenwerpelijk voor haar resterende duurtijd en ten hoogste voor vijf jaar. Bij onroerende goederen geldt dit slechts na overschrijving van het contract in de registers van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

Indien de vrijwillige mede-eigendom echter voor onbepaalde duur is tot stand gekomen, kan elke mede-eigenaar het contract, niettegenstaande andersluidend beding, opzeggen met inachtneming van een redelijke opzeggingstermijn. Een schuldeiser van de deelgenoten kan in rechte vorderen dat de vrijwillige mede-eigendom van onbepaalde duur wordt opgezegd onder dezelfde modaliteiten.

Bij gebreke van akkoord tussen de mede-eigenaars bepaalt de rechter de duur van de opzeggingstermijn. Hij houdt daarbij met name rekening met de door de partijen reeds gemaakte kosten, het voortbestaan van de doorslaggevende beweegreden die partijen ertoe heeft aangezet om de vrijwillige mede-eigendom tot stand te brengen en het nadeel dat uit de beëindiging voor de andere deelgenoot voortvloeit. De opzeggingstermijn kan niet langer zijn dan vijf jaar.”

In ieder geval is het van het grootste belang dat er tijdig advies ingewonnen wordt van een advocaat mede-eigendomsrecht.

 

Appartementsmede-eigendom:

De belangrijkste vorm van mede-eigendom is het appartementsmede-eigendomsrecht.

Immers spreekt het voor zich dat de eigenaar van een appartement in een appartementsgebouw niet enkel eigenaar is van zijn privatieve kavel, doch ook mede-eigenaar wordt van de zogenaamde gemene delen in het gebouw.

Het appartementsmede-eigendomsrecht wordt geregeld in het Burgerlijk Wetboek.

De regels over de mede-eigendom waren opgenomen met name in artikel 577 B.W.

In dit oude Burgerlijk Wetboek was artikel 577 onderverdeeld in niet minder dan 14 sub artikels.

Het mede-eigendom wordt in het nieuwe  Burgerlijk Wetboek geregeld door de artikelen 3.68 e.v.

De regels over appartementsmede-eigendomsrecht vindt men terug in de artikelen 3.84 tot en met 3.100 van het nieuw Burgerlijk Wetboek.

Het belang van deze regels over appartementsmede-eigendomsrecht kan niet voldoende benadrukt worden.

De regels over mede-eigendom worden opgenomen in de artikelen 3.68 e.v. van het nieuw Burgerlijk Wetboek en zijn zeer technisch van aard.

Ook dan is het van het grootste belang dat u zich tijdig laat bijstaan door een advocaat mede-eigendomsrecht.

Heeft U vragen over mede-eigendom?

Contacteer Peterfeund & Associates,uw advocaat Antwerpen