Iemand bedreigen is een misdrijf.
Dit lijkt voor ieder van ons evident wanneer het gaat om ernstige bedreigingen zoals iemand met de dood bedreigen.
Doch zover hoeft het niet te komen om beschouwd te worden als een misdrijf.
Soorten strafbare bedreigingen:
Het Strafwetboek bevat een aparte titel over bedreigingen.
De relevante artikels zijn de artikelen 327 tot en met 331bis Sw.
Mondeling of schriftelijke bedreiging:
Om strafbaar te zijn maakt het weinig uit of een bedreiging mondeling of schriftelijk is.
Immers voorziet artikel 327 dat zowel mondelinge als schriftelijke bedreigingen strafbaar zijn.
Het grootste verschil tussen mondelinge en schriftelijke bedreiging zal de bewijsmoeilijkheid zijn.
Het is immers logisch dat het veel moeilijker is om te bewijzen dat iemand een mondelinge bedreiging geuit heeft dan wanneer er sprake is van een al dan niet ondertekend geschrift.
Voor de strafbaarheid maakt dat echter helemaal niets uit.
Strafbaar opzet:
Net zoals voor elk misdrijf is vereist dat er sprake is van een zogenaamd strafbaar opzet in hoofde van degene die de bedreiging uit.
M.a.w. moet degene die de bedreiging uit zich wetens en willens zondigen aan een misdrijf.
Er moet ook sprake van een zekere ernst.
Wie tussen pot en pint een kameraad ermee bedreigt om hem een flinke mep te verkopen indien hij nog een flauwe grap maakt, zal niet hoeven te vrezen voor een correctionele vervolging.
Valse bedreigingen:
Ook het formuleren van een valse bedreiging is strafbaar.
Artikel 328 Sw. stelt dat degene die mondeling of schriftelijk of zelfs door hun gedraging wetens en willens een vals bericht geeft over het bestaan van een gevaar voor een aanslag of persoon of eigendommen gestraft wordt met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met een geldboete van EUR 50 tot EUR 300,00.
Hierbij moeten we vb. denken aan een valse bommelding.
Artikel 328bis verduidelijkt verder dat ook wie bepaalde stoffen verspreidt die de indruk van gevaarlijk te zijn en waarvan hij weet of moet weten dat hierdoor ernstige gevoelens van vrees kunnen worden teweeg gebracht voor een aanslag op personen of eigendommen gestraft wordt met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar.
Dit artikel viseert de wetgever vb. degene die een poederbrief verstuurt.
Of het nu gaat om een effectief gevaarlijke stof dan wel poedersuiker of keukenzout is hierbij niet relevant.
Bedreigingen met gebaren:
Ook het dreigen met een gebaar is strafbaar.
Dit is voorzien in artikel 329 Strafwetboek.
Hierbij kan men vb. denken aan het gebaar van het doorsnijden van een keel die geuit wordt aan een slachtoffer.
Dreiging met radioactieve, biologische of chemische wapens:
Een bijzondere categorie van bedreigingen is het dreigen met een radioactief, biologische of chemische aanval.
Dit wordt voorzien door artikel 331bis van het Sw.
Besluit:
Zoals U kan zien is het misdrijf bedreiging een vlag die vele ladingen dekt.
Van het uiten van een “gewone” bedreiging in het kader van een burentwist tot het dreigen met een aanslag met kernwapens.
Het mag dan ook duidelijk zijn dat iedereen best twee keer nadenkt vooraleer bepaalde bedreigingen aan een derde te uiten ook al gebeurt dit in een opwelling.
Indien u zelf slachtoffer bent van bedreigingen dan doet u best aangifte bij de politie.
Ook de dienst Slachtofferhulp van de politie kan u hierbij ondersteunen.
Heeft U als verdachte of slachtoffer van bedreigingen bepaalde vragen dan staan wij uiteraard zeer graag ter beschikking.
Aarzel dan ook niet om contact op te nemen met advocaat Peterfreund, uw advocaat voor strafrecht.