Wet op de handelsagentuur:
De handelsagentuur neemt een bijzondere plaats in in het Belgische Handelsrecht.
In de huidige economische omgeving worden immers bijzonder veel handelsagentuurovereenkomsten afgesloten.
Kenmerkend voor een handelshuurovereenkomst is vaak dat er sprake is van een wanverhouding tussen enerzijds de opdrachtgever (principaal) en anderzijds de handelsagent.
Om de handelsagent enigszins te beschermen tegen misbruiken heeft de Belgische wetgever in het verleden een specifieke wet ingevoerd met name de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst.
Deze wet voorzag in een dwingende regeling in het voordeel van de handelsagent.
Wetboek Economisch Recht:
Ondertussen werd het Wetboek Economisch Recht in het leven geroepen.
De bedoeling van dit wetboek is o.a. om het lappendeken aan economische regelgeving op te nemen in één enkel wetboek.
De wet op de handelsagentuur werd dan ook opgeheven en opgenomen in Boek X van het Wetboek Economisch Recht.
Dit boek heeft als titel: “Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies”.
Beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst:
De specifieke regeling van handelshuurovereenkomst is opgenomen in Titel I van boek X.
De beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst is opgenomen in artikel X.16.
Volgens dit artikel heeft iedere partij het recht om een handelsagentuurovereenkomst voor onbepaalde tijd te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn.
Deze opzeggingstermijn bedraagt één jaar gedurende het eerste jaar van de overeenkomst.
Na het eerste jaar wordt de opzeggingstermijn vermeerderd met een maand voor elk begonnen jaar zonder dat deze termijn zes maanden mag te boven gaan.
Partijen mogen geen kortere opzeggingstermijn overeenkomen.
Indien de partijen een langere opzeggingstermijn overeenkomen, mag de door de principaal in acht te nemen opzeggingstermijn in ieder geval niet korter zijn dan die welke aan de handelsagent is opgelegd.
Eénzijdige kostenaanpassing:
Een bijzonder vorm van de handelsagentuur is de handelsagentuur in de financiële sector.
In de financiële sector voorzien principalen vaak de mogelijkheid om éénzijdig de kosten ten laste van handelsagenten te verhogen of bijkomende kosten op te leggen.
Dit is voor handelsagenten bijzonder problematisch te meer deze meestal exclusief voor één principaal werken.
Daarenboven zijn handelsagenten in de financiële sector vaak onderworpen aan het niet concurrentiebeding waarbij zij, na beëindiging van de overeenkomst, niet zomaar voor een andere principaal kunnen beginnen werken.
Indien de handelsagent naar aanleiding van een kostenverhoging de overeenkomst opzegt zal hij naast het verlies op een vergoeding gedurende de eerste zes maanden meestal niet aan de slag kunnen voor een andere principaal.
Aanpassing artikel X.13:
De wetgever heeft bij wet van 16 februari 2022 beslist om een einde te maken aan deze praktijk.
Voortaan geeft iedere éénzijdige, substantiële of structurele verhoging of oplegging van de kosten door de principaal aanleiding tot de verbreking van de handelshuurovereenkomst.
De rechter kan echter wel op basis van de omstandigheden oordelen dat wanneer de handelsagent gedurende de relatief langere periode zonder enig voorbehoud de verhoogde kosten aanvaard heeft, stilzwijgend instemt met de wijziging.
Toegelaten kostenaanpassing via overleg:
De wet voorziet dat in sectoren van het verzekeringswezen, bankinstellingen en gereglementeerde markten voor effecten, de principaal en de agenten in een paritair overleg orgaan een overeenkomst kunnen sluiten die gericht op de wijziging van de kosten of de berekeningswijze ervan.
Heeft U vragen over handelsrecht in het algemeen of de handelsagentuur in het bijzonder?
Contacteer Peterfreund en Associates, uw advocatenkantoor te Antwerpen.