Oude wettelijke regeling:
In het verleden gold het oude bewijsrecht dat was opgenomen in artikel 1340 e.v. B.W.
Deze regels bepaalden wie wat moest of kon bewijzen.
Nieuwe bewijsregels:
Bij wet van 13 april 2019 werd een nieuw burgerlijk wetboek ingevoerd.
In het nieuw burgerlijk wetboek worden de bewijsregels opgenomen in boek 8.
In de huidige bijdrage zullen wij ons beperken tot het bespreken van het nieuw artikel 8.4 van het NBW (Nieuw Burgerlijk Wetboek).
Het nieuwe artikel 8.4 luidt als volgt:
“Regels die de bewijslast bepalen.
Hij die meent een ander in rechte te kunnen aanspreken, moet de rechtshandelingen of feiten bewijzen die daaraan ten grondslag liggen. Hij die beweert bevrijd te zijn, moet de rechtshandelingen of feiten bewijzen die zijn bewering ondersteunen. Alle partijen zijn gehouden om mee te werken aan de bewijsvoering. In geval van twijfel wordt hij die de door hem beweerde rechtshandelingen of feiten moet bewijzen, in het ongelijk gesteld, tenzij de wet anders bepaalt. De rechter kan, bij een met bijzondere redenen omkleed vonnis, in het licht van uitzonderlijke omstandigheden, bepalen wie de bewijslast draagt wanneer de toepassing van de in de vorige leden opgelegde regels kennelijk onredelijk zou zijn. De rechter kan slechts gebruik maken van deze mogelijkheid wanneer hij alle nuttige onderzoeksmaatregelen heeft bevolen en erover gewaakt heeft dat de partijen meewerken aan de bewijsvoering, zonder op die manier voldoende bewijs te verkrijgen”.
Medewerkingsplicht:
Vooral de derde en de vierde paragraaf van het artikel 8.4 springen in het oog.
Conform de derde paragraaf zijn alle partijen gehouden om mee te werken aan de bewijsvoering.
Dit zal vooral van belang zijn in de gevallen waarop een partij zelf niet over bepaalde documenten beschikt waarmee een bepaalde stelling bewezen zou kunnen worden.
Op basis van het nieuwe artikel 8.4 zou de rechter zeer gemakkelijk aan een partij die vermoed wordt om bepaalde bewijsstukken onder zich te hebben, de verplichting kunnen opleggen om deze mede te delen.
De belangrijkste wijziging die artikel 8.4 invoert vindt men echter terug in de volgende paragraaf.
Conform de nieuwe regel kan de rechter in een bijzonder gemotiveerd vonnis bepalen wie de bewijslast draagt wanneer de toepassing van de algemene regels kennelijk onredelijk zouden kunnen zijn.
Dit geeft aan de rechter de mogelijkheid om de bewijslast om te keren.
De algemene regel blijft dat degene die iets beweert dit ook moet bewijzen.
Wanneer dergelijke bewijslast voor een partij echter onmogelijk of quasi onmogelijk is, kan de rechter de bewijslast omkeren.
Toepassing in het medisch recht:
De nieuwe regelgeving lijkt misschien vanzelfsprekend maar is het absoluut niet.
De toepassing van dit nieuwe principe zou wel eens bijzonder grote gevolgen kunnen hebben.
Het is uiteraard afwachten op welke manier de rechtspraak zal evolueren.
De eerste gevolgen doen zich echter al voelen.
Zo heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de nieuwe regels toegepast in een bijzonder interessante casus van medische aansprakelijkheid.
Het betrof een geval waarop een patiënt in het ziekenhuis besmet is geraakt met een ziekenhuisbacterie.
Het ziekenhuis in kwestie werd aansprakelijk gehouden door de patiënt die stelde dat het ziekenhuis onvoldoende voorzorgsmaatregelen genomen heeft om een dergelijke besmetting te voorkomen.
Conform het ouder bewijsrecht zou de patiënt deze stelling moeten aantonen.
M.a.w. zou de patiënt het bewijs moeten voorleggen dat het ziekenhuis onzorgvuldig heeft gehandeld.
Het Hof van Beroep te Antwerpen heeft echte de bewijslast omgedraaid en van het ziekenhuis geëist dat deze zou bewijzen dat zij alle voorzorgsmaatregelen genomen heeft.
Nu een dergelijk bewijs volgens het Hof van Beroep niet voorlag, werd het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van de infectie.
Indien deze rechtspraak gevolgd zou worden door andere hoven van beroep en het Hof van Cassatie, zou dit wel eens een heuse revolutie kunnen teweegbrengen in het medisch aansprakelijkheidsrecht.
In dat geval zou het voor patiënten gemakkelijker worden om de aansprakelijkheid van artsen en ziekenhuizen aan te tonen.
Als advocaat medisch recht kunnen wij dit enkel toejuichen nu tegenwoordig van een patiënt vaak wordt geëist bepaalde dingen te bewijzen die voor hem quasi niet bewijsbaar zijn.
M.a.w. dient deze rechtspraak volgens ons toegejuicht te worden.
Heeft U nood aan bijstand van een advocaat gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht ?
Contacteer Peterfreund & Associates, uw advocatenbureau Antwerpen.