Onlangs stonden de media vol met berichtgeving over de zaak Hoeyberghs. Volledig los van deze berichtgeving is deze zaak juridisch bijzonder van belang.
Immers zijn er heel weinig uitspraken van de Rechtbank waarbij een beklaagde hiervoor effectief wordt veroordeeld.
De wet van 22 mei 2014:
In dit dossier diende de Rechtbank zich uit te spreken of er sprake is van seksisme en aanzetting tot discriminatie en haat en geweld tegen vrouwen.
De strafbaarheid hiervan is voorzien in artikel 2 van de wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie teneinde de daad van discriminatie te bestraffen en artikel 27 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen.
Artikel 2 van de wet van 22 mei 2014 luidt als volgt:
“Voor de toepassing van deze wet wordt begrepen onder seksisme elk gebaar of handeling die, in de in artikel 444 van het Strafwetboek bedoelde omstandigheden, klaarblijkelijk bedoeld is om minachting uit te drukken jegens een persoon wegens zijn geslacht, of deze, om dezelfde reden, als minderwaardig te beschouwen of te reduceren tot diens geslachtelijke dimensie en die een ernstige aantasting van de waardigheid van deze persoon ten gevolge heeft.”
De wet van 10 mei 2007:
Artikel 27 van de wet van 10 mei 2007 stelt:
“Voor de toepassing van deze titel wordt begrepen onder discriminatie :
– directe discriminatie;
– indirecte discriminatie;
– opdracht tot discrimineren;
– intimidatie;
– alsook de weigering tot het maken van redelijke aanpassingen voor een persoon met een handicap.”
Rechterlijke uitspraak
Het is de Rechtbank van Oost-Vlaanderen, afdeling Gent die zich over de zaak Hoeyberghs moest uitspreken op 4 januari 2022.
“De rechtbank van eerste aanleg veroordeelt J.H. voor strafbaar seksisme en aanzetten tot discriminatie, haat en geweld tegen vrouwen (art. 2 wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie teneinde de daad van discriminatie te bestraffen en art. 27 wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen). Tijdens een lezing voor het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond aan de UGent deed J.H. een reeks seksistische uitspraken, inclusief vrouwen “willen hun benen niet meer opendoen”, vergelijken van vrouwen met honden en beesten, en “Ik zou, na de school, met een paar man, Liene gaan opwachten … Liene van haar fietske trekken, allebei haar banden platzetten, …, haar kabaske pakken, dat volledig in de goot uitschudden, …, en dan zou ik … haar sjakoske in brand steken”.
De rechtbank overweegt niet enkel de letterlijke bewoordingen van de uitspraken, maar ook de mimiek van J.H., de specifieke context, en de algemene boodschap dat vrouwen minderwaardig en een last voor mannen zijn. De uitspraken zetten volgens de rechtbank aan tot discriminatie, haat en geweld tegen vrouwen omdat ze voorhouden dat vrouwen fundamenteel minderwaardig zijn en partnergeweld en seksueel misbruik normaliseren. De rechtbank vindt een bijzonder opzet in hoofde van J.H. omdat het gaat om “langdurige, welgemikte, herhaalde, bijzonder gore en vulgaire, vrouwonvriendelijke en haatdragende uitspraken”.
De rechtbank legt J.H. tien maanden gevangenisstraf op, waarvan de helft met uitstel, en een boete van 8.000,- euro. Hij wordt ook voor vijf jaar uit het recht ontzet om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te bekleden, en wordt veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en aan U Gent. Bij het bepalen van de straf neemt de rechtbank het misprijzen voor fundamentele rechten in aanmerking, wat “een bedreiging [vormt] voor een vreedzame samenleving waar plaats is voor alle mensen, ongeacht hun geslacht”, en dat J.H., in plaats van als arts mensen te helpen, aanzet tot fysiek en psychisch geweld tegen vrouwen.”
Het belang van deze uitspraak:
Door deze uitspraak bewijst de Rechtbank van Gent dat de wet geen dode letter is en seksisme wel degelijk aanleiding kan geven tot Correctionele Straffen.
Het valt uiteraard af te wachten of er hoger beroep aangetekend wordt en zo ja wat het oordeel zal zijn van het Hof van Beroep te Gent.
Wij bij Peterfreund & Associate advocatenkantoor Antwerpen zullen deze ontwikkeling nauwlettend blijven volgen.
Heeft U vragen over Strafrecht?
Contacteer Peterfreund & Associates, uw strafrecht advocaat te Antwerpen.