Wanneer een verdachte in voorlopige hechtenis wordt genomen is de bijstand van een strafrecht advocaat vanzelfsprekend.
Hierna zullen wij de verschillende relevante stappen overlopen die relevant zijn in het kader van een voorlopige hechtenis.
DE AANHOUDING DOOR DE POLITIE:
Een persoon die verdacht wordt van een misdrijf zal in eerste instantie opgeroepen worden voor een verhoor.
Na het verhoor zal de politie contact opnemen met de bevoegde magistraat die eventueel kan beslissen om de persoon aan te houden.
Een andere mogelijkheid is dat de verdachte aangehouden wordt na betrapping op heterdaad.
In elk geval heeft iedere verdacht die verhoord wordt door de politie recht op bijstand van een advocaat strafrecht bij het verhoor.
De verdachte kan uiteraard steeds kiezen om afstand te doen van dit recht. Dit wordt echter ten strengste afgeraden.
Immers heeft de bijstand van een advocaat strafrecht enkel voordelen. Zo zal de advocaat erop toezien dat de procedure gevolgd wordt.
Indien de advocaat vaststelt dat de politie het spel niet eerlijk speelt, zal de advocaat evident ingrijpen.
Het grootste voordeel van de bijstand van een advocaat tijdens het verhoor is dat op elk ogenblik het verhoor onderbroken kan worden waarbij de verdachte recht heeft op een vertrouwelijk overleg met zijn advocaat strafrecht.
Eens dat vertrouwelijk overleg heeft plaatsgevonden zal het verhoor hernomen worden.
VOORLEIDING VOOR DE ONDERZOEKSRECHTER EN BIJSTAND DOOR EEN ADVOCAAT VOORLOPIGE HECHTENIS:
Wanneer een verdacht aangehouden wordt op verdenking van het plegen van een misdrijf zal hij/zij voorgeleid moeten worden voor de onderzoeksrechter.
Deze voorleiding moet binnen de 48 uur na de vrijheidsbeneming plaatsvinden.
Deze termijn is van essentieel belang.
Indien deze termijn niet gehaald wordt, moet de verdachte in ieder geval in vrijheid worden gesteld.
Ook bij de voorleiding voor de onderzoeksrechter heeft iedere verdachte recht op bijstand van een advocaat naar keuze.
Na het verhoor door de onderzoeksrechter beschikt deze laatste over een aantal mogelijkheden.
Een eerste mogelijkheid is dat de onderzoeksrechter van oordeel is dat de aanhouding niet verder noodzakelijk is.
In dat geval zal de verdachte in vrijheid worden gesteld.
Een tweede mogelijkheid is dat de onderzoeksrechter weliswaar van mening is dat een aanhouding in de gevangenis niet nodig is doch dat het gewoon in vrijheid stellen van de verdachte ook niet opportuun is.
In dat geval zal de onderzoeksrechter de in vrijheidstelling kunnen koppelen aan bepaalde voorwaarden.
Hierbij kan gedacht worden aan een nachtklok, huisarrest, het verbod om het land te verlaten, etc…
Ook kan de onderzoeksrechter beslissen om de verdachte aan te houden onder elektronisch toezicht.
Enkel indien de onderzoeksrechter van oordeel is dat de aanhouding volstrekt nodig is voor de openbare veiligheid, zal de verdachte overgebracht worden naar een zogenaamd arresthuis.
Dit is dan het startpunt van de voorlopige hechtenis.
VOORLEIDING VOOR DE RAADKAMER:
Wanneer de onderzoeksrechter beslist om een verdachte aan te houden, dient de
Raadkamer binnen de 5 dagen een oordeel te vellen over het al dan niet handhaven van deze voorlopige hechtenis.
Uiteraard is in dit stadium bijstand van een advocaat voorlopige hechtenis onontbeerlijk.
Bij de beoordeling over het al dan niet handhaven van de voorlopige hechtenis, dient de Raadkamer zich te houden aan een aantal voorwaarden.
Een eerste en evident belangrijkste voorwaarde is dat er sprake moet zijn van ernstige aanwijzingen van schuld.
Indien het dossier geen ernstige aanwijzingen van schuld bevat, dient de Raadkamer de verdachte in vrijheid te stellen.
De Raadkamer oordeelt soeverein welke aanwijzingen beschouwd kunnen worden als ernstig.
De beoordeling van de Raadkamer m.b.t. het voorhanden zijn van ernstige aanwijzingen van schuld is meestal zeer kort.
De Raadkamer hoeft geen gedetailleerde motivering op te nemen in haar beslissing hieromtrent.
Meestal beperkt de Raadkamer zich tot het opnemen van een stijlformule.
Het bestaan van ernstige aanwijzingen van schuld volstaat immers niet.
Naast deze aanwijzing van schuld dient er in hoofde van de verdachte sprake te zijn van één of meerdere van de volgende risico’s:
-
Vluchtgevaar
-
Recidivegevaar
-
Collusiegevaar
Slechts indien de Raadkamer van oordeel is dat één of meerdere van deze risico’s vaststaat zal de aanhouding verlengd of zogenaamd gehandhaafd worden.
De termijn van deze handhaving bedraagt één maand.
Essentieel is ook dat de Raadkamer net als de onderzoeksrechter kan beslissen de verdachte in vrijheid te stellen dan wel een eventuele vrijlating te koppelen aan voorwaarden.
Ook de uitvoering van de voorlopige hechtenis onder het stelsel van het elektronisch toezicht is een mogelijkheid.
BEROEP TEGEN DE BESLISSING VAN DE RAADKAMER:
Zowel het O.M. als de verdachte kunnen beroep aantekenen tegen de beslissing van de Raadkamer.
In dat geval zal de zaak binnen de twee weken voorkomen voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep.
Ook in dit stadium is de bijstand van een advocaat voorlopige hechtenis evident.
De procedure voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling verloopt identiek aan de procedure voor de Raadkamer.
Hierbij moet opgemerkt worden dat wanneer de Raadkamer beslist om een verdachte vrij te laten en de Procureur in beroep gaat, de verdachte in hechtenis zal blijven tot de zitting van de Kamer van Inbeschuldigingstelling.
Indien de Kamer van Inbeschuldigingstelling de handhaving van de voorlopige hechtenis beveelt, zal de voorlopige hechtenis met een maand verlengd worden vanaf die datum.
Wanneer er weinig discussie bestaat over de aanwijzingen van schuld en over één van de hierboven beschreven risico’s, is het dan ook niet aan te raden om beroep aan te tekenen, nu dit de voorlopige hechtenis enkel langer zal laten duren.
Bespreek de zin of onzin voor het aantekenen van hoger beroep dan ook altijd met uw advocaat strafrecht.
VERDERE VERLENGING VAN DE VOORLOPIGE HECHTENIS:
Indien de voorlopige hechtenis gehandhaafd wordt door de Raadkamer dan wel de Kamer van Inbeschuldigingstelling, zal er na een maand een nieuwe zitting plaatsvinden.
Indien de Raadkamer en/of de Kamer van Inbeschuldigingstelling beslist om de voorlopige hechtenis voor een tweede keer te handhaven, zal de voorlopige hechtenis opnieuw met een maand verlengd worden.
Vanaf de derde handhaving bedraagt de termijn steeds twee maanden.
Heeft U vragen over de voorlopige hechtenis of strafrecht in het algemeen?
Contacteer Peterfeund & Associates,uw advocaat Antwerpen !