Wanneer een Correctionele Rechtbank of een Politierechtbank een gevangenisstraf uitspreekt, kan er in principe altijd beroep worden aangetekend.
In dat geval schorst het hoger beroep de uitvoering van de opgelegde straffen.
Dit betekent in de praktijk dat een opgelegde gevangenisstraf niet uitgevoerd zal kunnen worden in afwachting van het resultaat van het hoger beroep.
De onmiddellijke aanhouding:
Hierop bestaat één uitzondering.
Het Parket kan immers aan de rechtbank vragen de onmiddellijke aanhouding van de verdachte te bevelen.
De onmiddellijke aanhouding is een beveiligingsmaatregel voorzien door de wet voorlopige hechtenis.
De onmiddellijke aanhouding kan door de rechter worden uitgesproken doch enkel voor zover dit gevorderd werd door het Parket en indien er volgens de rechtbank een kans bestaat dat de betrokkene de vlucht zal nemen en zich zal trachten te onttrekken aan de strafuitvoering.
In het verleden was de onmiddellijke aanhouding mogelijk voor gevangenisstraffen van één jaar of meer.
Nieuwe wettelijke regeling:
Minimumdrempel
De wetgever heeft vanaf 11 januari 2018 de minimum gevangenisstraf waarvoor de onmiddellijke aanhouding uitgesproken kan worden of waarbij de onmiddellijke aanhouding uitgesproken kan worden verhoogd van één tot drie jaar.
De drempel van één jaar blijft slechts behouden voor veroordelingen wegens terroristische misdrijven of seksuele delicten.
Éen en ander werd gewijzigd door de wet van 21 december 2017 gepubliceerd in het staatsblad van 11 januari 2018.
Thans ook bij recidivegevaar
Heeft U vragen over strafrecht ? Neem dan contact met Peterfreund & Associates, uw advocatenbureau te Antwerpen!