Wat is de preferentiële toewijzing?
Bij een echtscheiding komt niet enkel een einde aan het huwelijk zelf, maar ook aan de financiële gevolgen van het huwelijk.
Dit betekent dat het gemeenschappelijke vermogen van partijen verdeeld zal worden.
Uiteraard geeft dit vaak aanleiding tot discussie.
Een van de discussiepunten betreft de vraag van een van de echtgenoten om bij voorrang op de andere bepaalde goederen uit het gemeenschappelijk vermogen toebedeeld te krijgen. Dit noemt men de preferentiële toewijzing.
Preferentiële toewijzing van beroepsgoederen
In art. 1389/1, 3° BW wordt de preferentiële toewijzing geregeld van roerende en onroerende goederen die een echtgenoot aanwendt voor de uitoefening van zijn beroep of de uitbating van zijn bedrijf (i.e. beroepsgoederen).
De beroepsactieve echtgenoot kan de preferentiële toewijzing vorderen van deze goederen wanneer ze in gemeenschap zijn of wanneer ze exclusief in onverdeeldheid zijn tussen de echtgenoten. Het gaat om twee types beroepsgoederen, met name goederen die niet exclusief worden aangewend voor de uitoefening van het beroep of de uitbating van het bedrijf van een echtgenoot (i.e.
gemengd gebruik – bv. gezinswoning met daarin een tandartspraktijk van een echtgenoot) en goederen die door beide echtgenoten worden aangewend voor de gezamenlijke uitoefening van hun beroep of gezamenlijke uitbating van hun bedrijf.
De goederen die een echtgenoot daarentegen exclusief gebruikt voor de uitoefening van zijn beroep of de uitbating van zijn bedrijf, worden van rechtswege toegewezen aan de beroepsactieve echtgenoot aangezien het recht op deze goederen een eigen recht is krachtens het nieuwe
art. 1401, §1, 6 BW, tenzij de echtgenoten samen dat beroep uitoefenen of dat bedrijf uitbaten. De preferentiële toewijzing is in deze dan ook zonder voorwerp.
Geen preferentiële toewijzing van aandelen in de vennootschap van een van de echtgenoten
Verder is de regeling van de preferentiële toewijzing niet uitgebreid naar de aandelen en het cliënteel.
Wat de aandelen betreft wordt de preferentiële toewijzing in het huwelijksvermogensrecht immers doorkruist door de
geschillenregeling in vennootschapsrecht.
Wat het cliënteel betreft is een preferentiële toewijzing onmogelijk. Het zou dan immers moeten gaan om cliënteel dat door beide
echtgenoten is opgebouwd door een gezamenlijke beroepsuitoefening of door een gezamenlijke uitbating van een bedrijf.
Hier rijst evenwel het probleem dat cliënteel niet kan worden verplicht om na de beëindiging van de gezamenlijke beroepsactiviteit of
gezamenlijke uitbating van een bedrijf een echtgenoot te volgen.
(Bron: wetgevingsdossier OVB)
Heeft u vragen over echtscheiding? Meester Daniël Peterfreund heeft zeer ruime ervaring als advocaat uit Antwerpen. Aarzel dan ook niet om contact op te nemen!