Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de uitputting van rechtsmiddelen
Voor velen die geconfronteerd worden met een uitspraak van een Belgische rechter vormt het Europees Hof voor de Rechtbank van de Mens in Straatsburg een allerlaatste mogelijkheid om alsnog hun gelijk te halen.
Belangrijk om te vermelden zijn de voorwaarden waaraan een klacht dient te voldoen om enige kans op slagen te hebben.
Werkwijze van het EHRM (Europese Hof voor de Rechten van de Mens)
1. De indiener moet zelf het slachtoffer zijn van een schending van het EVRM.
2. De klacht mag niet gericht zijn tegen een andere burger of een particuliere organisatie, maar moet gericht zijn tegen een publieke instantie of een overheid.
3. Een klacht mag pas ingediend worden als er in het land waar de schending heeft plaatsgevonden geen rechtsmiddel meer ter beschikking is. De klacht moet binnen zes maanden na de definitieve (nadelige) beslissing in het eigen land worden ingediend.
4. De klacht mag niet anoniem zijn.
5. De klacht is niet kennelijk ongegrond. Er wordt dus al (marginaal) beoordeeld of de klacht ongegrond is of niet.
Als aan deze voorwaarden voldaan is, neemt het Hof de klacht in behandeling. Als de klacht gegrond lijkt, wordt door het Hof in eerste instantie naar een schikking gezocht. Indien dit niet lukt, kan het hof de aangeklaagde lidstaat verplichten tot het betalen van een schadeloosstelling. Het Hof kan geen sancties opleggen aan de lidstaten van de Raad van Europa. Dat kan alleen de Raad van Ministers.
De uitputting van de nationale rechtsmiddelen
Zoals hiervoor aangehaald, is een procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de mens slechts mogelijk wanneer de nationale rechtsmiddelen uitgeput zijn.
Concreet betekent dit dat alle stadia van de nationale procedure doorlopen dienen te zijn.
Zo zal de klager beroep hebben moeten aantekenen bij ofwel de Rechtbank van Eerste Aanleg ofwel het Hof van Beroep (afhankelijk van de vraag of het oorspronkelijke vonnis door de Vrederechter, Politierechtbank, Rechtbank van Eerste Aanleg dan wel de Rechtbank van Koophandel geveld werd). Vervolgens dient er tegen de beslissing van de Rechtbank van Eerste Aanleg in graad van beroep of tegen het arrest van het Hof van Beroep cassatieberoep zijn ingediend.
Pas wanneer het Hof van Cassatie het beroep van de klager verwerpt, staat beroep bij het Europese Hof open en dan enkel voor zover de klacht gericht is tegen de Belgische Staat.
Het is dan ook van het grootste belang voor iemand die zich gegriefd voelt door een vonnis of arrest, of het gevoel heeft dat de Belgische justitie zich niet onafhankelijk opgesteld heeft, alle stadia van de procedure doorloopt, hoe frustrerend en tijdrovend dit moge zijn.
Indien de klager immers geen beroep of cassatieberoep aantekent (bijvoorbeeld omdat dit volgens hem of haar “zinloos” is), zal hierna geen beroep mogelijk zijn bij het Europese Hof.
Zorgt u dan ook dat u zich laat adviseren over de te hanteren procedurele strategie door een gespecialiseerde advocaat die hierbij denkt aan de lange termijn.
Uiteraard kunt u met al uw vragen terecht bij Meester Daniël PETERFREUND, advocaat te Antwerpen die u met raad en daad zal bijstaan.
Contacteer ons nu!
