Cannabis in het Belgische strafrecht: evolutie of revolutie?
Het statuut van cannabis in België is altijd bijzonder geweest.
Hoewel de wetgever ervoor geopteerd heeft om cannabis te beschouwen als een verboden verdovend middel, is er lange tijd sprake geweest van een gedoogbeleid.
Een dergelijk gedoogbeleid is echter allesbehalve duidelijk.
Immers betekende dit dat hoewel zowel het kweken, verhandelen, bezitten als verbruiken van cannabis verboden was, in sommige gevallen dit door de vingers werd gezien.
In sommige gevallen was de (beperkte) kweek voor eigen gebruik toegelaten, evenals het gebruik zelf, voor zover dit niet in het openbaar gebeurde of in de aanwezigheid van minderjarigen.
Dit gedoogbeleid zorgde voor bijzonder veel onduidelijkheid en werd niet overal op dezelfde manier toegepast.
Ondertussen ging het maatschappelijk debat verder over de vraag of cannabis niet volledig gelegaliseerd diende te worden. Immers kan de vraag gesteld worden wat het verschil is tussen cannabis enerzijds en alcohol anderzijds.
Daarnaast gingen steeds meer stemmen op om (afgeleide producten van) cannabis minstens medicinaal toe te laten.
Immers werd ondertussen onmiskenbaar aangetoond dat cannabis en diens derivaten, bepaalde eigenschappen heeft die ook in de medische wereld bijzonder nuttig zijn, met name voor de pijnbestrijding.
Verder evolutie
De wetgever bleef niet bij de pakken zitten en zag in dat niet alle soorten cannabis over dezelfde kam geschoren dienen te worden.
Bij K.B. van 6 september 2017 werd een nieuwe definitie ingevoerd van het begrip “cannabis”.
Om van cannabis gewag te kunnen maken moet er sprake zijn van een gehalte aan THC en THCA van minstens 0,2%.
Indien het gehalte lager is dan is er van verdovende middelen geen sprake!
De Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel heeft in een uitspraak van 30 september 2018 de toepasselijke principes zeer duidelijk als volgt toegelicht (stuk 1):
“De wetgever heeft bijgevolg een bijkomende vereiste toegevoegd in de wettelijke definitie van cannabis. Deze bijkomende vereiste vormt een constitutief bestanddeel van de strafbaarstelling van de misdrijven die aan de beklaagden ten laste worden gelegd. Aangezien het invoeren, uitvoeren, vervoeren, vervaardigen, produceren, in het bezit hebben, verkopen of te koop aanbieden, leveren, afleveren of aanschaffen, onder bezwarende titel of om niet, van cannabisplanten voorheen strafbaar was ongeacht het gehalte van THC en THCA en dit door de invoering van voormeld KB enkel nog het geval is voor cannabis en cannabisplanten waarvan de som van THC en THCA groter is dan 0,2%, is er sprake van een mildere strafwet, aangezien bepaalde cannabis en cannabisplanten niet meer worden geviseerd door de strafbaarstelling. Deze gunstigere strafwet moet ten gunste van beklaagden onmiddellijk worden toegepast (artikel 2,lid 2 van de Strafwet).”
Dit betekent dan ook dat het aan het openbaar ministerie toekomt om aan te tonen dat er sprake is van “cannabis” in de wettelijke zin van het woord.
Indien u dan ook vervolgd wordt voor de kweek van cannabis, zullen er stalen genomen moeten worden om het THC-gehalte aan te tonen.
Blijft de vraag of er altijd stalen genomen moeten worden, ook indien het gaat om het illegaal dealen van cannabis.
In dat geval is er rechtspraak van het Hof van Beroep te Brussel dat zegt dat het een alomgekend feit is dat het THC-gehalte van cannabis dat bestemd is als roesmiddel en gedeald wordt, een hoger THC gehalte heeft dan 0,2%.
Nog geen duidelijkheid
Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat er verschillende strekkingen in de rechtspraak bestaan over de vraag welke nu de gevolgen zijn van de gewijzigde definitie van cannabis.
De rechtspraak is zich dus nog aan het vormen en waarschijnlijk zal het Hof van Cassatie op een gegeven ogenblik de discussie moeten beslechten.
Heeft u vragen over drusgzaken of wordt u verdacht in een drugszaak? Wij staan u als advocaat drugszaken graag bij!
Aarzel dan ook niet om ons te contacteren. Peterfreund & Associates, uw advocatenkantoor te Antwerpen.