Vroegere regeling:
De leugendetector kennen de meesten onder ons van Amerikaanse films en TV serie’s.
In het verleden raakte de leugendetector in BELGIË nooit verankerd.
Hierin kwam de laatste jaren langzaam maar zeker verandering in.
In 2020, meer bepaald in haar wetsvoorstel van 3 januari 2020, stelde het Federaal Parlement voor om de polygraaf wettelijk te verankeren.
In een vorig blogartikel gingen wij hier al dieper op in.
Er kwam o.a. kritiek van de orde van Vlaamse Balies op het wetsvoorstel.
Desalniettemin heeft de wetgever beslist om door te gaan op haar elan.
We kunnen u reeds meegeven dat de tussenkomst van een advocaat strafrecht meer dan ooit relevant blijft wanneer de leugendetector wordt ingezet.
De wet van 4 februari 2020:
Het wetsontwerp van januari gaf uiteindelijk aanleiding tot een wet van 4 februari 2020.
De basisprincipes werden opgenomen in artikel 112 duodecies van het Wetboek van Strafvordering als volgt:
Ҥ 1. De polygraaftest is een bijzondere techniek van politionele ondervraging die audiovisueel wordt opgenomen waarbij middels een psychisch-fysiologische procedure de waarachtigheid van verklaringen wordt nagegaan door registratie van fysiologische parameters aan de hand van grafieken.
2. Wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat strafbare feiten een misdaad of een wanbedrijf uitmaken, kan de procureur des Konings of, naargelang van het stadium waarin de procedure zich bevindt, de onderzoeksrechter, aan de verdachte, de getuige of het slachtoffer voorstellen zich aan een polygraaftest te onderwerpen.
De personen bedoeld in het eerste lid kunnen ook om een polygraaftest verzoeken. De procureur des Konings of, naargelang van het stadium waarin de procedure zich bevindt, de onderzoeksrechter, kan, bij een met redenen omklede beslissing, dit verzoek afwijzen.
- 3. Er kan geen polygraaftest worden afgenomen van volgende personen:
– zwangere vrouwen;
– minderjarigen beneden de leeftijd van zestien jaar;
– personen binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf hun effectieve vrijheidsbeneming.
4. Het afleggen van de polygraaftest gebeurt op vrijwillige basis. Aan de weigering van een persoon om deel te nemen wordt geen enkel rechtsgevolg verbonden. De test kan te allen tijde onderbroken worden. Ook hieraan is geen rechtsgevolg verbonden.
De persoon die aan een polygraaftest zal worden onderworpen, wordt er mondeling en voor de aanvang van de test van in kennis gesteld dat:
– hij op eender welk ogenblik de test kan doen ophouden en het lokaal kan verlaten zonder dat daar rechtsgevolgen aan verbonden zijn;
– de volledige test audiovisueel wordt opgenomen;
– indien hij zich laat bijstaan door een advocaat, zijn advocaat deze test mag volgen vanuit de volgkamer, zonder echter rechtstreeks te mogen tussenkomen tijdens de eigenlijke test of deze te mogen onderbreken.
De test kan enkel doorgang vinden indien de persoon die onderworpen wordt aan de polygraaftest toestemt met kennis van zaken. Hiertoe ondertekent deze persoon een proces-verbaal van toestemming. De in het proces-verbaal opgenomen informatie wordt voorgelezen aan de betrokkene. De Koning bepaalt de minimale informatie die in dit proces-verbaal wordt opgenomen.
Ingeval een minderjarige aan een polygraaftest wordt onderworpen, ondertekenen de minderjarige en zijn advocaat het proces-verbaal van toestemming.
5. Voorafgaandelijk aan elke polygraaftest kan een alcohol-, drugs- of geneesmiddelentest en psychologisch of psychiatrisch onderzoek van de persoon die aan deze test zal worden onderworpen, afgenomen worden. De resultaten van deze voorafgaande testen kunnen mee in rekening worden genomen door de magistraat die de leiding over het onderzoek heeft bij de beoordeling of van de betrokken persoon een polygraaftest mag afgenomen worden.
Op basis van de resultaten van de in het eerste lid bedoelde voorafgaande testen, beoordeelt de polygrafist of het haalbaar is om de polygraaftest af te nemen zonder dat de validiteit en de betrouwbaarheid ervan ter discussie worden gesteld.
De polygrafist kan te allen tijde de polygraaftest stoppen indien hij twijfelt over de psychische of fysische gezondheid of toestand van betrokkene. De magistraat kan, al dan niet op voorstel van de polygrafist, een deskundige aanwijzen voor verder onderzoek met het oog op een test of een nieuwe test. In voorkomend geval kan deze deskundige de test volgen vanuit de volgkamer.
De opdrachtgevende magistraat wordt over het verloop van de polygraaftest op de hoogte gebracht.
6. De persoon die aan een polygraaftest wordt onderworpen, heeft recht op bijstand van een advocaat, die eruit bestaat dat de advocaat aanwezig kan zijn bij het voorlezen en ondertekenen van het proces-verbaal van toestemming en zowel de voorbereiding als het feitelijke verloop van de polygraaftest kan volgen in de volgkamer. Bij enige andere tussenkomst van de advocaat wordt de polygraaftest onmiddellijk beëindigd en kan op dezelfde dag geen andere polygraaftest meer uitgevoerd worden.
Na het beëindigen van de polygraaftest, worden de resultaten overlopen. Indien er naar aanleiding van de polygraaftest een verhoor wordt afgenomen, worden alle rechten inzake toegang tot een advocaat bij het verhoor, voorafgaandelijk aan het verhoor, gewaarborgd.
In voorkomend geval kan de advocaat ook na beëindiging van de polygraaftest melding laten maken in het proces-verbaal bedoeld in paragraaf 8, van de schendingen van rechten die hij meent te hebben vastgesteld.
7. [2Op straffe van nietigheid van de testresultaten mag de polygraaftest uitsluitend worden afgenomen met een toestel waarvan de technische vereisten door de Koning worden bepaald.]2- 8. Van de polygraaftest wordt een proces-verbaal opgemaakt met daarin de letterlijke weergave van alle gestelde vragen en antwoorden alsook een samenvatting van de nabespreking na het afleggen van de polygraaftest. De audiovisuele opnames van de test, in twee exemplaren gefinaliseerd alsook de testgrafieken worden als originelen beschouwd en ter griffie neergelegd. De audiovisuele opname van de polygraaftest wordt op een afzonderlijke audiovisuele gegevensdrager opgenomen, zodat het gescheiden blijft van het navolgend verhoor.
9. Wanneer tijdens of naar aanleiding van de polygraaftest spontaan wordt overgegaan tot bekentenissen, wordt de polygraaftest onmiddellijk stopgezet en wordt overgegaan tot een verhoor overeenkomstig artikel 47bis en de artikelen 2bis en 24bis/1 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.
10. De resultaten van de polygraaftest mogen alleen in aanmerking worden genomen als ondersteunend bewijs van andersoortige bewijsmiddelen.”
P.V. van toestemming:
Naast artikel 112 duodecies Sv. werden een aantal Koninklijke Besluiten aangenomen op de praktische elementen verder uit te werken.
Zo werd op 28 juni 2021 een K.B. aangenomen waarin de minimale informatie opgenomen is dat in ieder geval opgenomen moet worden in het P.V. van toestemming voor het afnemen van een polygraaf test.
Daarnaast bepaalt het K.B. ook de minimale technische eisen waaraan de leugendetectors moeten voldoen.
Artikel 1 van het K.B. legt de minimale informatie vast die opgenomen moet worden in het P.V. van toestemming.
Dit artikel luidt als volgt:
“Artikel 1. Het proces-verbaal van toestemming vermeldt de identiteit van de betrokken persoon alsmede in welke hoedanigheid hij aan de test wordt onderworpen, namelijk als verdachte, getuige of slachtoffer.
Het proces-verbaal bevat minimaal de volgende informatie :
1) dat de polygraaftest bestaat uit drie fasen, meer bepaald de pre-test, de in-test en de post-test en de uitleg over het verloop van deze fasen;
2) dat de polygraaftest niet mag worden afgenomen van zwangere vrouwen, minderjarigen beneden de zestien jaar en personen binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf hun effectieve vrijheidsbeneming;
3) dat een minderjarige van 16 jaar of ouder die een polygraaftest ondergaat steeds de bijstand van zijn advocaat moet genieten en de minderjarige en zijn advocaat het proces-verbaal van toestemming moeten ondertekenen;
4) dat er geen rechtsgevolg verbonden is aan de weigering van de betrokkene om deel te nemen;
5) dat de betrokkene op eender welk ogenblik de test kan doen ophouden en het lokaal kan verlaten zonder dat daar rechtsgevolgen aan verbonden zijn;
6) dat, indien de betrokkene zich laat bijstaan door een advocaat, zijn advocaat deze test mag volgen vanuit de volgkamer, zonder echter rechtstreeks te mogen tussenkomen tijdens de eigenlijke test (pre-test en in-test) of deze te mogen onderbreken; dat bij enige tussenkomst van de advocaat de polygraaftest onmiddellijk wordt beëindigd en op dezelfde dag geen andere polygraaftest meer kan worden uitgevoerd;
7) dat de advocaat aanwezig kan zijn bij het voorlezen en ondertekenen van het proces-verbaal van toestemming;
8) dat de betrokkene voor de polygraaftest een vertrouwelijk overleg met zijn advocaat mag hebben en wanneer na het beëindigen van de polygraaftest (in-test), de resultaten worden overlopen hij door zijn advocaat kan worden bijgestaan en de betrokkene opnieuw een vertrouwelijk overleg met zijn advocaat kan hebben;
9) dat, indien er naar aanleiding van de polygraaftest een verhoor wordt afgenomen, alle rechten inzake toegang tot een advocaat worden gewaarborgd;
10) dat de volledige polygraaftest audiovisueel wordt opgenomen, de audiovisuele opnames van de test op een afzonderlijke audiovisuele gegevensdrager worden opgenomen en deze opnames in twee exemplaren worden gefinaliseerd, alsook dat de testgrafieken ter griffie worden neergelegd;
11) dat de resultaten van de polygraaftest alleen in aanmerking mogen genomen worden als ondersteunend bewijs van andere bewijsmiddelen.
Al deze elementen en hun voorlezing ervan aan de betrokkene worden nauwkeurig opgenomen in het proces-verbaal.3
Technische vereisten:
De technische eisen waaraan het toestel moet voldoen werd opgenomen in artikel 2.
Dit artikel luidt als volgt:
“Art. 2. § 1. Een polygraaftoestel omvat de volgende elementen: een sensorbox, een polygraafstoel, sensoren en componenten ter registratie. Deze elementen worden met elkaar verbonden en uiteindelijk aangesloten op een vaste of draagbare computer en een printer.
Polygraaftesten moeten uitgevoerd worden met een toestel dat minimaal de volgende fysiologische data verzamelt en registreert :
1) Ademhalingspatronen: geregistreerd door pneumografen. Thoracale en abdominale patronen moeten apart geregistreerd worden, gebruik makend van twee afzonderlijke pneumografen.
2) Electrodermale activiteit: die relatieve veranderingen in de geleiding of weerstand van electrische stroom in het epidurale weefsel weergeeft. Dit wordt geregistreerd door een galvanograaf.
3) Cardiovasculaire activiteit, met inbegrip van relatieve veranderingen van bloeddruk, hartslag en bloedvolume; deze worden geregistreerd door een cardiograaf en plethysmograaf.
4) Bewegingen: die worden gemeten met een bewegingssensor, gekoppeld aan de polygraafstoel. Deze laatste, statisch of mobiel, moet eveneens voorzien zijn van bewegingssensoren.
Fysiologische registraties dienen bij elke test ononderbroken te zijn en van voldoende sterkte om duidelijk leesbaar te zijn voor de polygrafist en elke andere evaluator.
- 2. De sensorbox dient minimaal aan de volgende specificaties te voldoen:
1) compact design dat statisch of mobiel gebruik mogelijk maakt;
2) aansluitbaar zijn op zowel een vaste als een draagbare computer;
3) een minimale resolutie hebben van 24bitconversie van analoog naar digitaal;
4) werkzaam zijn bij temperaturen tussen 0 en 50° C;
5) functioneren met het GSR-kanaal (Skin Resistant) en/of het GSC-kanaal (Skin Conductance);
6) beschikken over 7 simultaan werkende opnamekanalen.
- 3. De sensoren en componenten dienen minimaal aan de volgende specificaties te voldoen:
1) Cardio: van 0 tot 140 mmHg;
2) Pneumo: bovenste en onderste borstbevestiging met uitgebreid drukbereik, door middel van zowel elektronische als pneumatische pneumografen.
3) Electrodermale activiteit: de GSR-meting wordt geregistreerd door een continu stroomcircuit van maximaal 5 µA; de GSC-meting wordt geregistreerd binnen een bereik tussen 5 KΩ en 4 MΩ.
4) Bloedvolume: wordt gemeten door een plethysmograaf;
5) Bewegingssensoren: een statische polygraafstoel dient minimaal te voorzien in bewegingssensoren in het zitgedeelte en in de beide armsteunen. Een mobiele polygraafstoel dient minimaal te voorzien in bewegingssensoren in het zitgedeelte.
- 4. De software gebruikt voor het polygraaftoestel dient minimaal aan de volgende specificaties te voldoen: de opstart van het toestel gaat steeds gepaard met een automatische diagnose en controle van de software (eventuele problemen worden weergegeven wat een verder gebruik van het toestel verhindert); een bijgewerkte versie van de software dient voorzien te zijn en doorgevoerd te worden wanneer beschikbaar gesteld door de fabrikant.
De vaste of draagbare computer waarop het polygraaftoestel wordt aangesloten, moet voorzien in de minimale systeemvereisten die het gebruikte polygraaftoestel vereist. De bekomen grafieken van een polygraaftest moeten digitaal en door middel van een kleurenprinter kunnen worden afgedrukt.”
Wat is de bewijswaarde van een leugendetectietest?
Op zich zal de rechter steeds de waarde die aan de polygraaftest wordt gegeven zelf mogen bepalen.
M.a.w. mag een polygraaf nooit als enige bewijsmiddel toegelaten worden.
Het KB. van 28 juni 2021 stelt uitdrukkelijk dat de resultaten van de polygraaftest alleen in aanmerking mogen genomen worden als ondersteunend bewijs van andere bewijsmiddelen.
Dit gezegd zijnde kan men zich de vraag stellen of de rechtbanken niet snel geneigd zullen worden om de uitkomst van de polygraaftest als doorslaggevend te beschouwen in bepaalde dossiers.
Dit zal de toekomst uiteraard moeten uitwijzen.
In ieder geval is het van het grootste belang om vooraleer in te stemmen met de afname van een polygraaftest, dat U zich laat informeren door een advocaat gespecialiseerd in strafrecht.
Heeft U nog vragen over strafrecht in het algemeen of over het gebruik van de leugendetector (polygraaf) in het bijzonder? Contacteer Peterfreund & Associates, uw advocatenkantoor in antwerpen.