PROCEDURE IN STRAFZAKEN WORDT AANZIENLIJK GEWIJZIGD
Door de nieuwe Pot Pourri Wet II heeft de wetgever verder gesleuteld aan de regels van de strafprocedure.
Een aantal fundamentele regels werden gewijzigd.
Zo voorziet de wet dat de beklaagde in de meeste gevallen thans over een beroepstermijn van één termijn zal beschikken i.d.p.v. van de vroegere 15 dagen.
Dit is een welgekomen wijziging nu een termijn van 15 dagen om een dermate belangrijke beslissing te nemen zoals het al dan niet aantekenen van hoger beroep in correctionele zaken vaak als bijzonder kort om niet te zeggen te kort werd ervaren.
De beklaagde en diens advocaat moesten immers gedurende die korte periode van 15 dagen vooreerst kennis nemen van het vonnis (in strafzaken worden vonnissen niet opgestuurd naar partijen maar moeten partijen het vonnis zelf gaan inkijken op de griffie), de pro’s en contra’s afwegen van het hoger beroep, en zich tot slot fysiek op de griffie begeven om hoger beroep aan te tekenen.
De wetgever is daarin tussengekomen en heeft thans de gangbare beroepstermijn verdubbeld van 15 dagen naar één maand.
Grievenformulier:
De wijze waarop hoger beroep dient te worden aangetekend werd eveneens gewijzigd. In het verleden volstond het dat de beklaagde of diens advocaat ter griffie een verklaring ging afleggen dat er hoger beroep werd aangetekend.
De griffier stelde dan een document op waarbij één en ander bevestigd werd.
Dit document werd dan door de beklaagde of diens advocaat ondertekend. Hiermee was de kous af.
De wet voorziet thans dat de partij die beroep aantekent (zowel de beklaagde, de burgerlijke partij en/of het O.M.) een zogenaamde grievenformulier dient neer te leggen binnen de beroepstermijn.
Op dit formulier dient de partij die beroep aantekent te verduidelijken welke haar grieven zijn ten aanzien van het eerste vonnis.
Zo dient de appellant aan te geven of er beroep wordt aangetekend m.b.t. de veroordeling dan wel enkel wat de strafmaat betreft. Ook kan worden aangegeven of het beroep zich misschien beperkt tot de burgerlijke gevolgen van de veroordeling m.b.t. de toegekende schadevergoeding.
Van essentieel belang is wanneer een dergelijk grievenformulier niet wordt neergelegd, het hoger beroep onontvankelijk verklaar zal worden!
Uitwisseling van conclusies in strafzaken:
Tot slot heeft de wetgever ook wijziging aangebracht in de regeling van de procedure m.b.t. de uitwisseling van geschreven conclusies tussen partijen.
Daar waar vroeger geen bindende regels hierover bestonden, werd thans grosso modo de regeling overgenomen die reeds bestond in het kader van burgerlijk zaken.
Dit betekent dan ook dat voor zover één van de partijen conclusies wenst op te stellen, de rechtbank een bindende procedurekalender zal opstellen waarbij termijnen worden voorzien voor de uitwisseling van deze conclusies.
Dit betekent dan ook dat de gangbare praktijk waarbij vaak op de zitting zelf conclusies worden neergelegd waardoor de zaak op de lange baan geschoven wordt, tot het verleden zal behoren.
CONCLUSIE:
De vraag kan gesteld worden in welke mate de hierboven aangegeven wijzigingen zullen bijdragen tot een efficiënte rechtspleging.
Daar waar de verlenging van de beroepstermijn toegejuicht kan worden evenals de nieuwe regeling inzake bindende conclusietermijnen, is nog maal de vraag of de verplichting om een grievenformulier neer te leggen ertoe zal bijdragen dat de procedure efficiënter zal verlopen.
De praktijk zal één en ander dienen uit te wijzen.
Heeft u vragen over strafrecht, als beklaagde of als slachtoffer, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!
