Met ingang van 1 september 2014 is de Rechtbank van Koophandel niet meer bevoegd om kennis te nemen van beroepen tegen vonnissen van de Vrederechter.
In de praktijk zal dit belangrijke gevolgen hebben voor beroepen tegen vonnissen van de vrederechter o.m. inzake handelshuur. Alle beroepen tegen beslissingen van de vrederechter geveld na 1 juli 2014 zullen voortaan voor de rechtbank van eerste aanleg, zetelend in graad van hoger beroep, gebracht moeten worden.
Ook de grenzen om hoger beroep in te stellen werden opgetrokken. Daar waar de grens om hoger beroep aan te tekenen tegen een vonnis van de Vrederechter vroeger 1.240,00 EUR bedroeg, wordt deze na 1 september 2014 op 1.860,00 EUR gebracht. Voor vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en de rechtbank van koophandel, wordt de grens opgetrokken van 1.860,00 EUR naar 2.500,00 EUR.
Concreet betekent dit dat de beslissingen van de vrederechter over vorderingen die het bedrag van 1.860,00 EUR niet overschrijden, vanaf 1 september 2014 in laatste aanleg gewezen worden en er dus geen beroep meer tegen kan worden aangetekend. Hetzelfde geldt voor vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en de rechtbank van koophandel die handelen over vorderingen die het bedrag van 2.500,00 EUR niet overschrijden.
Peterfreund, & Associates, uw advocatenbureau gespecialiseerd in huurrecht te Antwerpen.