In een vorige blog over de onmiddelijke aanhouding werd verduidelijkt dat de voorwaarden voor de onmiddellijke aanhouding verstrengd zijn.
Indien de onmiddellijke aanhouding werd gevraagd door het Openbaar Ministerie en de bodemrechter daarop inging, blijft de vraag welke mogelijkheden er dan blijven.
Verzet of hoger beroep tegen de onmiddellijke aanhouding niet mogelijk
Tegen de beslissing tot onmiddellijke aanhouding kan immers geen verzet of hoger beroep afzonderlijk worden aangetekend.
Dit betekent dat degene die het voorwerp uitmaakt van een verstekvonnis dan wel een vonnis op tegenspraak waarbij diens onmiddellijke aanhouding werd bevolen, in eerste instantie enkel tegen de onmiddellijke aanhouding zal kunnen opkomen voor zover er verzet of hoger beroep wordt aangetekend tegen het vonnis aan zich.
Verzet of hoger beroep aantekenen bij vonnis kan leiden tot voorlopige invrijheidstelling
Indien er verzet of hoger beroep wordt aangetekend kan de beklaagde van wie de onmiddellijke aanhouding werd bevolen, zoals voorzien door artikel 27 van de wet op de voorlopige hechtenis, aan de rechter die zich over het verzet of het hoger beroep buigt vragen om in voorlopige vrijheid te worden gesteld in afwachting van de behandeling van de zaak ten gronde.
Het zal aan de rechter zijn om een beslissing te nemen over een dergelijk neergelegd verzoekschrift.
Indien het verzet ontvankelijk wordt verklaard en er een nieuw vonnis wordt gewezen, zal het Openbaar Ministerie eventueel opnieuw de onmiddellijke aanhouding van de veroordeelde vragen.
In dat geval zal er wederom een debat volgen over de vraag van het Openbaar Ministerie tot onmiddellijke aanhouding.
Voor zover het Openbaar Ministerie bij de behandeling van de zaak ten gronde niet opnieuw de onmiddellijke aanhouding vraagt, zal dit per definitie tot gevolg hebben dat er een einde wordt gemaakt aan de onmiddellijke aanhouding zelfs indien de oorspronkelijke straf die bij verstek werd uitgesproken behouden blijft.
Heeft U vragen over strafrecht in het algemeen of de onmiddellijke aanhouding in het bijzonder?